Het regeerakkoord en hoe iedereen zijn leven radicaal zal veranderen

Radicaal veranderen… op belasting gebied dan. Is het echt zo spannend als de titel? Nee. Maar als je ondernemer bent kunnen de voorstellen wel degelijk impact hebben!

 

De meeste niet-ondernemers zullen netto weinig merken. De belastingverlagingen op arbeid i.c.m. met de belastingverhogingen op consumptie, houden elkaar naar verwachting in netto euro’s in balans. De 1 zal een paar tientjes vooruitgaan, de ander een paar tientjes achteruit.

 

Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat het slechts gaat om voorstellen, en nog geen bestaande wetten! Het kabinet heeft een krappe meerderheid in de kamer, dus realisatie van het regeerakkoord zal nog moeten blijken.

Voor niet ondernemers zijn de volgende voorstellen het meest relevant:

Twee belastingschijven i.p.v. vier (36,93% & 49,5%)
De huidige schijven variëren tussen de 36,55%, 40,8% & 52%. Dit betekent dus een kleine verhoging voor de blauwe boorden, en een daling van circa 3-4% voor de witte boorden. Laat de hooivorken voorlopig nog even in de schuur, want de hogere inkomens worden naar verwachting ook harder getroffen door de aftrekbeperkingen.

Hypotheekrenteaftrek wordt verder beperkt
De subsidie voor het hebben van een hypotheek wordt verlaagd. Over 4 jaar is het de bedoeling dat de maximale belastingkorting voor hypotheekrente 36,93% bedraagt. Voor 2017 geldt nog een maximale subsidie van 50%. De korting werkt in samenhang met de bijtelling van het eigen woning forfait. Ook deze wordt verlaagd. Van 0,75% van de WOZ waarde nu, naar ,60% van de WOZ waarde. Per saldo geldt voor een ‘standaard’ situatie, dat er jaarlijks 100 euro méér belasting betaald moet worden.

BTW tarief van 6% gaat naar 9%
Het 6% tarief geldt voor veel ‘basisbehoefte’ producten zoals eten- en drinken. Ook diensten van bijvoorbeeld de kapper, schoenmaker of schilder vallen onder het 6% tarief. Het kabinet heeft voorgesteld om de verhoging van het BTW tarief per 1 januari 2019 in te laten gaan. De verwachting is dat deze tariefsverhoging daadwerkelijk door zal gaan.

“Let op: het zijn enkel voorstellen, geen geldende wetten!”

Voor ondernemers zijn de volgende voorstellen ook relevant:

De verliesverrekentermijn gaat van 9 naar 6 jaar
Als je 7 jaar geleden verlies hebt geleden, wat nog niet is verrekend met behaalde winsten, mag je toekomstige winsten nog 2 jaar verrekenen met het geleden verlies. Dit wordt/werd als redelijk geacht binnen het filosofische gedachtegoed van belasting op de totale winst. Enkel de totale vermogenstoename over de gehele levensspanne van een bedrijf, moet belast worden. Het huidige kabinet kan zich daar helaas niet in vinden, en wil deze termijn verkorten. Eerlijk is eerlijk, dit is een unieke Nederlandse bepaling, maar elk weldenkend belastingfilosoof zou bepleiten voor een onbeperkte verliesverrekentermijn.

Het VPB opstapje van 200.00 naar 250.000 was een leugen, het VPB tarief wordt verlaagd.
De opstap van het lage VPB tarief van 200.000 naar 250.000 gaat niet door. Het was de bedoeling dat het ‘lage’ VPB tarief zou gelden t/m 250.000, i.p.v. 200.000 nu. In ruil daarvoor, wordt het VPB tarief stapsgewijs (4 jr) verlaagd van 20% naar 16%. Voor hogere winsten geldt een verlaging van 25% naar 21%. Pas in 2021 zal het laagste tarief gelden. Het eerste jaar zal het tarief met 1% dalen, de volgende jaren met 1,5%.

Box 2 tarief wordt verhoogd van 25% naar 28,5%
Winsten in een B.V. worden 2 x belast. 1x bij de jaarwinst (VPB tarief, nu voor velen 20%, in 2021 16%) en een 2e x bij het uitkeren van winst naar de aandeelhouder (25% box 2 belasting indien het gaat om een natuurlijk persoon in Nederland). Deze wijziging treft ondernemers extra zwaar die in het verleden winst hebben genoten, maar dat nog niet hebben uitgekeerd. Dit omdat ze over die winsten het hogere VPB tarief hebben betaald, en mogelijk ook het hogere dividendtarief gaan betalen mochten ze die winsten pas ná de wijziging uitkeren. De winsten worden dan, mocht het geld op de bankrekening blijven staan, belast in Box 3. Nu uitkeren is dus niet per se het meest verstandig!

Zelfstandigenaftrek wordt beperkt
Momenteel kunnen ondernemers de zelfstandigenaftrek aftrekken tegen het hoogste belastingtarief van 52%. Het kabinet is voornemens om deze aftrek te beperken tot de laagste belastingschijf. De aftrekbeperking wordt daarmee gelijkgesteld met de aftrekbeperking van de hypotheekrente. Deze maatregel zal voor een fikse netto belastingverhoging zorgen, mocht het doorgaan.

Beperking afschrijving gebouwen eigen beheer
Momenteel is het toegestaan om een pand in eigen beheer af te schrijven tot 50% van de WOZ waarde. Het kabinet is voornemens om deze ondergrens te wijzigen naar 100%. Hierdoor kunnen  bedrijven geen aftrekpost meer nemen middels afschrijving op gebouwen. Hoe de regering om wil gaan met ‘oude’ gevallen, waarbij een pand voor 50% op de fiscale balans staat van de WOZ waarde, is nog niet bekend.

Dividendbelasting wordt afgeschaft
De meest vreemde eend in de bijt; dividendbelasting wordt afgeschaft. Dividendbelasting vormt voor de meeste als een soort voorheffing, vergelijkbaar met inhouding van loonheffing. Jaarlijks, bij het doen van aangifte inkomstenbelasting, kan je een deel van de betaalde/ingehouden dividendbelasting terug ontvangen, c.q. laten fungeren als een vooruitbetaling op je aangifte inkomstenbelasting. Met deze maatregel hoeven bedrijven geen dividendbelasting meer in te houden, mochten ze een dividenduitkering doen. Voor alle duidelijkheid ontkomt de ontvanger hiermee niet aan belasting betalen! Een DGA zal nog steeds 25% moeten betalen over inkomsten uit dividend.

Wet DBA wordt teruggedraaid
De wet DBA, plaatsvervanger van de VAR verklaring, wordt vervangen. Daarvoor in de plaats komt een opdrachtgeversverklaring, waarin de relatie tussen de opdrachtgever / nemer wordt vastgelegd. Bij een laag tarief i.c.m. een duurzame arbeidsrelatie, kan de fiscus er automatisch vanuit gaan dat er sprake is van een arbeidsrelatie. Een laag tarief zal ergens tussen de 15 – 18 euro per uur liggen. Ook hierop zal voorlopig een terughoudend handhavingsbeleid worden gehouden. Dat betekent geen boete’s, maar het kan nog wel leiden tot naheffingen!

Slotconclusie
Een boel vestzak / broekzak voorstellen maar uiteindelijk worden de hogere inkomens hier naar verwachting het zwaarst mee belast. De belastingverlaging van 52% naar 49,5% is fors, maar de aftrekbeperking van de zelfstandigenaftrek / hypotheekrenteaftrek zullen de meeste ondernemers en/of huizenbezitters ook zeker merken.

Ons inziens blijft het adagium “Het zijn slechts voorstellen, geen geldende wetten” zeer relevant. Over 3,5 jaar, of eerder, weten we in hoeverre Rutte III het regeerakkoord heeft waargemaakt.